De Talentenkaart® van Het Beroepenhuis is een zelfontwikkelde methodiek om rond talenten te werken. Wij hebben ze voor jou opgenomen in de voorbereidende lessen (neem die dus zeker door!) en gebruiken ze zelf ook tijdens het bezoek aan Het Beroepenhuis.
Minder context
Je kan de Talentenkaart® ook gebruiken zonder Het Beroepenhuis te bezoeken, maar je verliest dan wel een deel van de context. Wij hebben natuurlijk liever dat je op bezoek komt met je klas. De mindere context kan je (deels) ondervangen door ook het spel Talent Verkend te spelen met de klas. Je gaat dan dieper in op talentverkenning.
We weten graag waar onze kaart wordt ingezet. Wij bezorgen je via mail het nodige materiaal.
Op deze Talentenkaart rust copyright. De Talentenkaart mag enkel worden gebruikt in een educatieve context (klas, school, opleiding, cursus …) en in geen geval voor commerciële doeleinden.
Diepgaand onderzoek over de noden op het vlak van talentontwikkeling van leerkrachten en ouders (Julie D’Haeyer, student Pedagogische Wetenschappen).
Studie en evaluatie van tientallenbestaande methodieken rond studie- en loopbaanbegeleiding en talentverkenning.
Waarom een eigen Talentenkaart?
Omdat geen enkele bestaande methodiek perfect bleek aan te sluiten bij onze werking, ontwikkelde het educatieve team van Het Beroepenhuis een unieke, eigen talentenmethodiek: dé Talentenkaart.Wij selecteerden 23 talenten, rekening houdend met 7 factoren:
de sterktes van alle onderzochte methodieken (o.a. 21st century skills, TaPas, Talententoolbox …),
het benoemen van een talent (en geen persoonlijkheidskenmerk, handeling, vaardigheid, competentie),
talenten uit 5 groepen (motorisch, cognitief, sociaal/communicatie/attitude, sturend, vakgericht),
de mogelijkheid om te linken aan beroepen en studierichtingen,
bruikbaar voor verschillende doelgroepen: 3de graad basisonderwijs, 1ste graad secundair onderwijs, buitengewoon onderwijs, OKAN),
herkenbaarheid voor alle leerlingen bij zichzelf (vb. niet enkel de focus op technische talenten),
aan te bieden in een laagdrempelige vorm: tekening + woord + verklarende zin.
De talentenkaart en de bijhorende vernieuwde begeleidingsmethodiek voor secundair onderwijs werden een schooljaar lang permanent geëvalueerd. We kregen daarbij ook inhoudelijke feedback van psycholoog Karel Moons.
Vervolgens werd de Talentenkaart licht bijgestuurd en professioneel vormgegeven: er is goed nagedacht over illustraties, zinnen en lay-out.
Hoe gebruik je de Talentenkaart?
a) Bij een bezoek aan Het Beroepenhuis:
In de voorles leren de leerlingen het talentenjargon kennen. Ze denken na over hun eigen talenten in de contexten ‘school’, ‘thuis’ en ‘vrije tijd’.
Tijdens het bezoek ontdekken de leerlingen in de tentoonstelling en tijdens het Talentenparcours welke talenten bij welke beroepen horen. Ze denken na over hun eigen talenten in de context ‘werk’.
In de nales voorzien we ruimte om over de talenten te reflecteren: vergelijken van contexten, vergelijken van voor en tijdens het bezoek.
Ook anderen (peers, ouders, coaches) worden betrokken om een talentenprofiel van het kind te maken
b) Op school:
Ideaal voor leerkrachten en zorgcoördinatoren om het te hebben over talenten, beroepen, toekomst, studie-/schoolkeuze … Zeker in combinatie met onze Tips voor Thuis en het spel Talent Verkend of De Grote Sprong.
Vakgebonden, bijvoorbeeld in een techniekles focussen op talenten die bij het vak of het (toekomstige) beroep horen.
Vakoverstijgend voor Onderwijsloopbaanbegeleiding (OLB).
Op opendeurdagen, bezoekmomenten, introductie voor ouders … ter illustratie van studierichtingen.
‘BEROEPEN(t)HUIS in de klas’ organiseert bedrijfsbezoeken met klassen en bundelt de ervaringen in een algemeen kader voor bedrijfsbezoeken met jongeren.
Je vindt in deze handleiding antwoorden op volgende vragen:
Hoe motiveer je jongeren, leerkrachten en bedrijven?
Welke leerdoelen wens je te realiseren?
Hoe bereid je een bedrijfsbezoek voor?
Wat doe je met de jongeren ter voorbereiding van een bedrijfsbezoek?
Om jongeren te inspireren en te motiveren voor een technische toekomst is het van belang de contacten tussen onderwijsinstellingen en het technische bedrijfsleven te versterken. Het project Bedrijf+School speelt hier op in met een uitgebreide databank van bedrijven in de provincies Zeeland (NL), West- en Oost-Vlaanderen (B).
Gastlessen, bedrijfsbezoeken, snuffelstages en technische werkopdrachten versterken het contact tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Geïnteresseerd om met uw klas samen te werken met een bedrijf? Bekijk dan zeker eens de bedrijvendatabank op deze site.
Met het didactische pakket HELDEN VAN ELKE DAG wil Het Beroepenhuis ertoe bijdragen dat een leerling op basis van de persoonlijke talenten en een brede kijk op het beroepenveld, en in overleg met de omgeving, tot een goede studiekeuze kan komen. Zo’n keuze vertrekt dan vanuit een brede blik op de mogelijkheden en een genderneutraal perspectief. Het project ontstond als een ESF Zwaartepunt 5-project, gepromoot door Het Beroepenhuis, in samenwerking met de Arteveldehogeschool.
Voel je vrij om het hele pakket te gebruiken of om bijvoorbeeld enkel met de talentenkaartjes en met (sommige) werkblaadjes te werken.
Doelstellingen en handleiding
Het lessenpakket is een didactisch instrument dat:
past in de eindtermen van de derde graad van het basisonderwijs;
informatie genereert over studiekeuze, beroepen en sterke en zwakke punten van de leerling;
deze informatie structureert in een toekomstparcours waarbij een ruime waaier aan genderneutrale informatie het reflectieproces bij de betrokkenen ondersteunt;
zich richt op attitudevorming waarbij gelijkwaardigheid van de seksen en gendergebonden competenties erkend worden.
De talentenzoektocht met ‘toekomstparcours’ geeft een beeld weer van de talenten waarover kinderen beschikken.
Kinderen kunnen talenten in verband brengen met beroepen, maar ook met de (eigen) jongerenactiviteiten.
Met deze zoektocht kunnen kinderen twee jaar lang spelend nadenken over hun eigen talenten. Het spel wil dus vooral helpen bij de zelfconceptverheldering van kinderen. De zoektocht kan zowel in het vijfde als in het zesde leerjaar en dat op verschillende momenten in de loop van het jaar gebruikt worden. Op die manier proberen we te vermijden dat het gaat over een momentopname.
Klik op download. Vind het bestand Talentenzoektocht.zip op je computer (vermoedelijk in de map ‘Downloads’). Open het zip-bestand. In de map bevinden zich alle nodige bestanden, inclusief handleiding.
Leerlingenwerkbladen thema Arbeid
In de loop van het zesde leerjaar kan de leerkracht werken met het WO-thema arbeid.
Binnen dit thema wordt aandacht geschonken aan allerlei aspecten van arbeid. Hieronder vind je zeven activiteiten met bijhorende werkblaadjes voor de leerlingen.
Klik op download. Vind het bestand Arbeid.zip op je computer (vermoedelijk in de map ‘Downloads’). Open het zip-bestand. In de map bevinden zich alle nodige bestanden, inclusief handleiding.
1. Wat is werken?
We zoeken een antwoord op deze vragen:
Welke soorten beroepen of activiteiten kennen we?
Na deze activiteit kun je:
De begrippen werknemer, zelfstandige, werkgever, vrijwilligerswerk en huishoudelijk werk in je eigen woorden uitleggen.
Met een voorbeeld illustreren dat mensen hun talenten op vele manieren gebruiken (thuis, op het werk, in hun vrije tijd, …).
2. Waarom werken?
We zoeken een antwoord op deze vragen:
Waarom werken mensen?
Hoe zou het voelen om werkloos te zijn?
Na deze activiteit kun je:
In je eigen woorden uitleggen waarom mensen werken.
Enkele voorbeelden geven waarom werkloos zijn niet leuk is, zowel voor de werkloze als het gezin.
Zelf de reden verwoorden waarom je ‘werkjes’ leuk/niet leuk vindt.
3. Beroepssectoren
We zoeken een antwoord op deze vragen:
Wat is het verschil tussen actieve en passieve bevolking?
In welke beroepssectoren werken onze ouders?
Hoe pak je een onderzoeksopdracht aan?
Na deze activiteit kun je:
De begrippen actieve en passieve bevolking gebruiken en illustreren met enkele duidelijke voorbeelden.
Beroepen of activiteiten indelen bij de primaire, secundaire en tertiaire bevolking.
Met een voorbeeld illustreren dat bepaalde beroepen of activiteiten streekgebonden zijn.
De 5 stappen van een onderzoek toepassen.
4. Mensen werken samen
We zoeken een antwoord op deze vragen:
Welke beroepen vinden we terug in een ziekenhuis?
Hoe werken mensen samen in en om het ziekenhuis?
Hoe dragen de economische sectoren bij aan de gezondheidszorg?
Na deze activiteit kun je:
In je eigen woorden uitleggen dat mensen met verschillende beroepen in een ziekenhuis moeten samenwerken.
Met voorbeelden aantonen dat verschillende sectoren bijdragen tot een goede verzorging van patiënten in een ziekenhuis.
Enkele voorbeelden geven van technische beroepen in verschillende sectoren.
5. Bouwen vroeger en nu
We zoeken een antwoord op deze vraag:
Wat is het verschil tussen een job in de bouw in de middeleeuwen en nu?
Na deze activiteit kun je:
Enkele beroepen uit de bouwsector beschrijven.
Verschillen en gelijkenissen verwoorden bij het werken in de bouw in de middeleeuwen en werken in de bouw nu, op het vlak van beroepen, werktuigen, transportmiddelen, veiligheid.
6. Gezocht: man/vrouw
We zoeken een antwoord op deze vragen:
Welk beroep wil ik later uitoefenen?
Hoe kies ik een studie of een beroep dat past bij mijn talenten?
Na deze activiteit kun je:
Iemand overtuigen dat alle beroepen uitgeoefend kunnen worden door mannen en vrouwen.
Iemand overtuigen dat je een studierichting kiest op basis van talenten en niet op basis van rolpatronen en vooroordelen.
7. Technische beroepen: nooit aan gedacht?
We zoeken een antwoord op deze vragen:
Wat is techniek/technologie eigenlijk?
Waarom kiezen te weinig mensen voor een toekomst in techniek?
Ken ik al iets van techniek?
Welke talenten zijn belangrijk in technische beroepen?
Wat kan techniek betekenen voor mijn toekomst?
Na deze activiteit kun je:
Uitleggen wat techniek/technologie eigenlijk is.
Met enkele voorbeelden illustreren dat techniek belangrijk is in ons leven.
Op basis van je talenten eventueel een keuze maken voor een technische opleiding.
Tip:
Beroepen, werken, arbeid, … exploreren vraagt om concrete ervaring, om beleving. Een bedrijf, een ziekenhuis, een dienstverlenende organisatie (bijvoorbeeld de brandweer), … bezoeken is daarom bijna een must! Hier vind je een concrete handleiding om een bedrijfsbezoek te organiseren. Er wordt aandacht besteed aan de voorbereiding, aan de eigenlijke activiteit en aan de verwerking en de evaluatie van de activiteit.
Toekomstspel
Het toekomstspel is een gezelschapspel voor de hele klas en omvat kennisvragen, meningen, toevalsfactoren, doe-opdrachten en veel meer.
Gebruik het spel als synthese van het thema. Vooraleer je alle kaartjes gaat afprinten, vraag je best even bij het CLB waaraan je bent verbonden of je het spel van hen kan ontlenen.
Met dit spel krijgt de leerkracht een hulpmiddel aangereikt om samen met kinderen na te denken over zin/onzin van studeren, over belangrijke attitudes en vaardigheden voor studeren en werken, zoals probleemoplossende, zelfsturende en sociaal-communicatieve vaardigheden. Bovendien heeft het spel ook duidelijk de bedoeling om de horizon van kinderen te verruimen.
Het spelbord is samengesteld uit een aantal contexten. Deze weerspiegelen de ‘werelden’ waarin jongeren leven, en de studieroutes die ze in de nabije toekomst kunnen volgen. Binnen elke context zijn verschillende soorten spelkaarten te onderscheiden: kennisvragen (rood), meningen (blauw), toevalsfactoren (geel), en doe-opdrachten (groen).
Klik op download. Vind het bestand Toekomstspel.zip op je computer (vermoedelijk in de map ‘Downloads’). Open het zip-bestand. In de map bevinden zich alle nodige bestanden, inclusief handleiding.
Thema ‘Gender’
Gender is een aandachtspunt doorheen de gehele tentoonstelling van Het Beroepenhuis.
In Het Beroepenhuis vinden we het heel belangrijk dat de meisjes en jongens die de tentoonstelling bezoeken, voor een bepaalde studierichting leren kiezen op basis van hun talenten.
Onderstaand document geeft aan hoe Het Beroepenhuis in samenspraak met een productiehuis en de partners van Het Beroepenhuis haar concept (de interactieve tentoonstelling en beroepenateliers) op genderneutrale wijze heeft opgebouwd (teksten, beelden, interacties/opdrachten en begeleiding). Het document wordt mee verspreid met het didactisch pakket, maar is hier afzonderlijk raadpleegbaar voor organisaties die een tentoonstelling of ander educatief materiaal willen ontwikkelen en dit op een onbevooroordeelde manier willen aanpakken.
Werken aan een goede loopbaanbegeleiding van jongeren veronderstelt een goede kwaliteit van het onderwijs en zijn werkmateriaal. Aandacht voor diversiteit en voor gender is hierbij essentieel. Je kan de gepaste controlelijst raadplegen indien het gaat over
jezelf.
Wil je even stil staan bij jezelf om te weten of je eerder over mannelijke dan over vrouwelijke kenmerken beschikt?
Checklist 1 – BLAUWE EN ROZE KENMERKEN: kenmerken van mannen én vrouwen
Ontdek je eigen blauwe en roze eigenschappen!
je aandacht voor elk kind…
dat zowel over eerder vrouwelijke dan over eerder mannelijke kenmerken beschikt
Checklist 2 – BLAUWE EN ROZE TALENTEN BIJ KINDEREN: Talenten van jongeren
Het doel met deze checklist is dat kinderen komen tot een beter zelfbeeld, dat ze hun eigen kwaliteiten ontdekken. Ze vullen dit lijstje in en merken (meestal) dat ze zowel zogenaamd mannelijke als zogenaamd vrouwelijke kenmerken bezitten.
je pedagogisch handelen
in klas en school
Checklist 3 – GENDERGEVOELIGE INTERACTIE IN DE KLAS
Hoe ga je om met de kinderen van je klas? Besef je dat leerkrachten vaak anders omgaan met jongens dan met meisjes? Hoe zit het met jouw interactie met jongens en meisjes?AlgemeenPedagogisch handelen in de klasDidactisch handelenNon-verbale communicatie op school.Verbale communicatie in de klas.
je taalgebruik.
zowel in schriftelijke als in mondelinge taal
Checklist 4 – GENDERGEVOELIG TAALGEBRUIK
Weet je dat we in ons taalgebruik vaak verraden hoe we naar jongens en meisjes, naar mannen en vrouwen kijken? Dit besef kan het begin zijn om meer genderneutraal om te gaan met leerinhoud.Schriftelijk taalgebruikWoordkeuze en uitdrukkingenJobomschrijvingen
je beeldgebruik
Checklist 5 – GENDER EN BEELDVORMING : Samenstelling van het beeld
Elk beeld vertelt zijn verhaal. Door middel van beeldgebruik lichten we een tipje van de sluier op over onze eigen visie op mens, maatschappij, op mannen en vrouwen,….Identiteit en zelfstandigheidActieve voorstellingGelijkwaardigheidOmgevingSpiegel van het gewone levenStudie en beroepTaalgebruik bij beeldvorming
je houding
tegenover technologieonderwijs
Checklist 6 – ‘GENDER EN TECHNOLOGIEONDERWIJS’
het stimuleren van de interesse van jongens, maar vooral van meisjes voor technologieonderwijs
– Een positieve attitude voor technologie nastreven
– Aansluiten bij jongens en meisjes
– Het zelfvertrouwen van meisjes stimuleren en hen activeren
Stimulerend kiezen is een quiz voor jongeren uit het tweede jaar secundair onderwijs, A- of B-stroom. Via een competitief spel in 5 rondes krijgen de jongeren een realistisch beeld van bedrijven, hun activiteiten en bijhorende functies/beroepen. Het gaat ook over veiligheid, milieubewustzijn en kwaliteit. In de laatste ronde gaat het over de jongeren zelf: over hun talenten en interesses.
Je vindt hieronder de nodige downloads:
De quiz, een powerpointpresentatie met foto’s en filmpjes.
De handleiding voor de leerkracht, die stap voor stap aangeeft wanneer te klikken en wanneer welk antwoordblad uit te delen.
De antwoordblaadjes voor de teams. Bij rondes 1 tot 4 is er slechts 1 invulblad per team nodig, bij ronde 5 is er een individueel invulblad per leerling.
De quiz neemt 2 lesuren in beslag en past perfect in het vak techniek, bij maatschappelijke vorming of bij talentverkenning en studie-oriëntering. Er is een versie voor 2de jaar A-stroom en een versie voor 2de jaar B-stroom.
Om je leerlingen te helpen met hun studiekeuze, krijgen ze best inzicht in het keuzeproces zelf. Hoe kies ik? Wanneer kies ik impulsief en wanneer niet? Bij welke beslissing wil ik hulp? Bij welke keuze moet ik informatie verzamelen? Welke kiesstijl heb ik?
Een powerpoint en werkblad per leerling stimuleren het gesprek.
Downloads
De download is een zip-bestand dat wordt opgeslagen op je harde schijf (standaard in mapje Downloads) en dat je openkrijgt met een unzipprogramma.
Kom je op bezoek met je klas? Dan vragen we om zeker de voor- en de nales te doen. Deze duren elk een lesuurtje. Je leerlingen halen hierdoor véél meer uit het bezoek. Het is bovendien nodig dat ze bepaalde begrippen en principes al eens gezien hebben om het bezoek goed te kunnen volgen.
De les na het bezoek helpt dan weer om alles wat de leerlingen ontdekt hebben dieper te verwerken. En wie onze enquête invult, maakt kans op een leuke prijs voor in de klas.
Je hoeft zelf niks voor te bereiden, wij hebben al het nodige materiaal klaargestoomd. Downloaden, printen en aan de slag!
Deze lesmaterialen zijn geschikt voor derde graad basisonderwijs, eerste graad secundair onderwijs (zowel A- als B-stroom) en OKAN. Er zitten voldoende mogelijkheden in om te differentiëren. Ook op begrijpbaar en eenvoudig taalgebruik werd gelet.
Deze lesmaterialen heb je nodig:
1. Powerpointpresentatie
Je begint de les met deze presentatie. Je hebt een computer nodig met beamer of digitaal bord, internetverbinding en geluid. De powerpoint is heel uitgebreid, maar je hoeft niet alles te doen, een groot aantal slides dient om te differentiëren.
In dit onderstaand memorandum schetsen we, namens alle partners van Het Beroepenhuis vzw, de realisaties van de afgelopen jaren én onze plannen voor de toekomst. Hiermee vragen we de nieuwe beleidsploeg om ons ook in de toekomst blijvend te ondersteunen.
Je leert de praktische werking (basisprincipes) van een 3D-printer kennen en krijgt een inleiding in 3D-tekenen en ontwerpen (Tinkercad of Fusion360).
Je bouwt je eigen 3D-printer (de Terminator-3) en neemt hem mee naar huis (vandaar de kostprijs van deze workshop).
Nu verlaagd in prijs!
Tinkercad Geschikt voor iedereen die haar/zijn eerste stappen zet in de wereld van 3D-ontwerpen. Zeer geschikt voor gebruik in de lagere school en afhankelijk van niveau ook eerste graad secundair.
Fusion 360 Zeer goed voor technische toepassingen. Leercurve is steiler dan bij Tinkercad, minder geschikt voor beginners (veeleer voor secundair onderwijs).